De Bahá'í-kalender begint op 21 Maart 1844, het jaar waarin (Mirza 'Ali Mohammad uit Shiraz in Iran) de Babi-sekte stichtte. Hij noemde zich de Bab (Perzisch voor "Poort") en verkondigde de komst van een profeet die een nieuw tijdperk zou inluiden. Hij en zijn vele aanhangers (de Babi's) ondervonden veel tegenstand van de Shi'itische geestelijkheid en de regering. De Bab werd gearresteerd en in 1850 geëxecuteerd. Bij de grootschalige vervolging van de Babi's kwamen 20000 mensen om.
In 1866 (Gregoriaans) stichtte de aangekondigde profeet, Mirza Hoseyn 'Ali Nuri, bekend als Baha' Ullah (Arabisch voor "Glorie van God") de Bahá'í- godsdienst.
De Bahá'ís geloven dat God negen grote profeten heeft gezonden om aan de mensheid het "Woord van God" te verkondigen. Hierdoor zijn de grote werldgodsdiensten ontstaan. Dat er zulke grote verschillen zijn tussen de verschillende profeten komt door de verschillende behoeften van de maatschappij en door wat aan de mensheid onthuld kon worden. De aanhangers van Bahá'í zijn voorstanders van de gelijkwaardigheid van geslacht en ras, vrijheid van meningsuiting en vergadering, en de wereldvrede. Zij verwachten dat in de toekomst een wereldregering wordt gevormd, geleid door Bahá'í's. Bahá'ís geloven in een onsterfelijke ziel die na de dood vrijelijk door de geestenwereld kan reizen.
Elke maand bestaat uit 19 dagen, en elk jaar bestaat uit 19 maanden, aangevuld met vier (in een schrikkeljaar vijf) extra dagen tussen de laatste twee maanden. De dagen en de maanden dragen dezelfde namen. Het jaar begint dus op de dag Bahá van de maand Bahá, en eindigt op de dag 'Alá van de maand 'Alá.
Nr | Naam | Betekenis |
---|---|---|
1 | Bahá | Pracht |
2 | Jalál | Glorie |
3 | Jamál | Schoonheid |
4 | 'Azamat | Grootsheid |
5 | Núr | Licht |
6 | Rahmat | Genade |
7 | Kalimát | Woorden |
8 | Kamál | Volmaaktheid |
9 | Asmá' | Namen |
10 | 'Izzat | Macht |
11 | Mashíyyat | Wil |
12 | 'Ilm | Kennis |
13 | Qudrat | Kracht |
14 | Qawl | Spraak |
15 | Masá'il | Vragen |
16 | Sharaf | Eer |
17 | Sultán | Soevereiniteit |
18 | Mulk | Heerschappij |
19 | 'Alá | Verhevenheid |
Een cyclus van 19 jaar heet een Váhid (Eenheid); elk jaar in een Váhid heeft een naam. Een cyclus van 19 Váhid wordt een Kull-i-Shay genoemd. De namen van de jaren zijn:
Jaar | Naam | Betekenis |
---|---|---|
1 | Alif | A |
2 | Bá | B |
3 | Ab | Vader |
4 | Dál | D |
5 | Báb | Poort |
6 | Váv | V |
7 | Abad | Eeuwigheid |
8 | Jád | Vrijgevigheid |
9 | Bahá | Pracht |
10 | Hubb | Liefde |
11 | Bahháj | Verrukkelijk |
12 | Javáb | Antwoord |
13 | Ahad | Enkelvoudig |
14 | Vahháb | Overvloedig |
15 | Vidád | Genegenheid |
16 | Badí | Begin |
17 | Bahí | Lichtend |
18 | Abhá | Meest lichtend |
19 | Váhid | Eenheid |