De Elven hadden een voorliefde voor de getallen zes en twaalf. Deze voorkeur vinden we terug in de kalender van Imladris (Rivendel). Zo bestond de week (enquië) uit zes dagen; één dag (ré) duurde van zonsondergang tot zonsondergang. In Midden-aarde gebruikten de Eldar een zonnejaar dat wel coranar (zonneronde) werd genoemd, maar meestal loa (groei). Het jaar, dat begon met de lente, werd onderverdeeld in zes seizoenen die 54 of 72 dagen duurden. De seizoenen werden aangevuld met een aantal extra dagen. Deze extra dagen waren: Yestarë (de eerste dag van het jaar), Mettarë (de laatste dag van het jaar), en drie of zes Enderi (midjaarsdagen). Het normale jaar was 365 dagen lang en bevatte drie enderi. Elk twaalfde jaar was een schrikkeljaar van 368 dagen, waarin de enderi werden verdubbeld. 144 jaren waren samen een yén (52596 dagen ofwel 8766 enquier). Elke derde yén werd ingekort door de verdubbeling van de enderi achterwege te laten.
De seizoenen en de extra dagen (vet) van het jaar in beide Elventalen*:
| Quenya | Sindarin | Betekenis | Lengte (dagen) |
| yestarë | eerste dag | 1 | |
| Tuilë | ethuil | lente | 54 |
| Lairë | laer | zomer | 72 |
| Yávië | iavas | herfst | 54 |
| enderi | middendagen | 3 of 6 | |
| quellë (lasse-lanta) |
firith (narbeleth) |
afsterven (bladerval) (zonne-afname) |
54 |
| Hríve | rhîw | winter | 72 |
| Coirë | echuir | ontwaken | 54 |
| mettarë | laatste dag | 1 | |
* Quenya is het Hoog-elfs, de oude taal van de elven die nog wordt gebruikt in het verre Westen.
Sindarin is het Grijs-elfs, de taal van de elven in Midden-aarde.
De dagen van de week in beide Elventalen:
| Quenya | Sindarin | Gewijd aan... |
| Elenya | Orgilion | De sterren |
| Anarya | Oranor | De zon |
| Isilya | Orithil | De maan |
| Aldúya | Orgaladhad | De Twee Bomen |
| Menelya | Ormenel | De hemel |
| Valanya (of Tárion) | Orbelain (of Rodyn) | De Valar (De Machten) |