De epoche van een kalender is het beginpunt van de jaartelling.
Een solaire kalender (zonnekalender) houdt niet of nauwelijks rekening met de
maancyclus. Vaak bestaat het jaar uit 12 maanden van gemiddeld 30 tot 31
dagen lang, en zorgt een van tijd tot tijd toegevoegde schrikkeldag er voor dat
de gemiddelde jaarlengte die van het zonnejaar benadert. Er komen echter ook
solaire kalenders voor met 12 maanden van 30 dagen en een aantal extra dagen, of
zelfs met een geheel afwijkende structuur.
In een lunisolaire kalender wordt de maancyclus gevolgd. Het jaar bestaat uit
12 maanden van gemiddeld 29 tot 30 dagen lang, maar om te zorgen dat het
kalenderjaar gemiddeld even lang is als het zonnejaar voegt men van tijd tot
tijd een extra maand in.
Het tropisch jaar is de periode die de zon nodig heeft om dezelfde
breedtegraad in dezelfde richting te passeren. Rond 1900 was dat gemiddeld
365,242199 dagen, ongeveer 20 minuten korter dan het
siderisch jaar.
Het siderisch jaar is het zonnejaar, beschouwd als
de periode die verstrijkt totdat de zon weer dezelfde positie inneemt aan de
sterrenhemel. Gemiddeld is het 365,25636 dagen, ongeveer 20 minuten langer dan
het tropisch jaar. Er bestaat ook een
siderische maand.
Het Jupiter-jaar is de tijd die Jupiter nodig heeft voor een twaalfde deel
van een omwenteling om de zon (bijna een siderisch
jaar).
De synodische maand is de periode van nieuwe maan tot nieuwe maan (een
lunatie), gemiddeld 29,530588853 dagen. Deze periode is langer dan de
siderische maand en de
anomalistische maand.
De siderische maand is de duur van één omwenteling van de maan rond de aarde,
gemiddeld 27,32166 dagen. In die periode heeft de aarde een deel van haar baan
rond de zon afgelegd; daardoor is de synodische
maand langer. Zie ook anomalistische
maand. Er is ook een siderisch jaar.
De anomalistische maand is de tijd tussen twee opeenvolgende perigeums
(momenten waarop de maan het dichtst bij de aarde is), gemiddeld 27,55455 dagen.
Zie ook synodische maand en
siderische maand.
Temporele uren zijn de uren die in de oudheid werden gebruikt. Ze wijken in
lengte af van de tegenwoordige klok-uren. Een klok-uur is 1/24 deel van een
etmaal, en is daardoor altijd even lang. Een temporeel uur daarentegen is 1/12
deel van dag (de periode tussen zonsopgang en zonsondergang). Doordat de dag 's
zomers langer is dan 's winters varieert de lengte van de temporele uren met de
seizoenen. In Nederland is een temporeel zomeruur zelfs twee maal zo lang als
een temporeel winteruur. Ook de nacht is onder te verdelen in temporele uren,
die 's zomers uiteraard korter zijn dan 's winters.
Alleen op de evenaar zijn de temporele uren altijd even lang.
Solaire kalender
Lunisolaire kalender
Tropisch jaar
Siderisch jaar
Jupiter-jaar
Synodische maand
Siderische maand
Anomalistische maand
Temporele uren