Tolkien's kalenders

De Hobbits

In J.R.R. Tolkien’s meesterwerk The Lord of the Rings wordt verwezen naar verschillende kalenders. De hoofdrolspelers, de Hobbits, gebruiken de kalender van hun thuisland, de Gouw (the Shire). Deze kalender, de Shire Reckoning, stamt in de verte af van de kalender van de Elven, maar is door de Hobbits aangepast.

Shire-reckoning

De Hobbits hadden hun eigen jaartelling, de Shire Reckoning, die begon met het jaar 1601 van de Derde Era. De invoering van de Steward’s Reckoning (in Gondor) vond voor de Hobbits dus plaats in S.R. 460. Ze namen deze hervorming echter niet over, maar hielden vast aan hun eigen jaarindeling.

De Hobbits gebruikten een eigen versie van de King’s Reckoning, met 12 maanden van 30 dagen en vijf of zes extra dagen.

De laatste en de eerste dag van het jaar noemden ze de Yuledays (1 en 2 Yule). Het jaar begon op 2 Yule en eindigde op 1 Yule.

De overige extra dagen vielen rond de zomerzonnewende, tussen de zesde en de zevende maand. De eerste en de laatste van deze Lithedays heetten 1 en 2 Lithe. Hiertussen viel Midyear’s Day, die in schrikkeljaren (elk vierde jaar, behalve in eeuwjaren) werd gevolgd door de schrikkeldag, die Overlithe werd genoemd.

De Yuledays en de Lithedays waren de belangrijkste feestdagen. Op andere pagina's staan overzichten van de maanden en de extra dagen en van de dagen van de week.

Aan het einde van de Derde Era gingen de Hobbits niet over op een nieuwe kalender. En al wisten ze wel van het begin van de Vierde Era (wat de Hobbits betreft 2 Yule 1422, niet op 25 Maart 1421), hun jaartelling lieten ze gewoon doorlopen.

Shire-reform

Ten tijde van Isengrim II (S.R. 1020-1122) voerden de Hobbits een kalenderhervorming door die ze de Shire-reform noemden. Ze vonden het slordig en onhandig dat van jaar tot jaar de weekdag van dezelfde datum verschilde. Daarom werd besloten dat Midyear’s Day (en in schrikkeljaren Overlithe) niet tot een week zou behoren. Vanaf dat moment begon elk jaar op Sterday en eindigde het op Highday.